Massage gezonde Ontspanning

Stevige massagetechnieken: resultaat telt

Soms moet een masseur uw spieren, weefsel en gewrichten stevig aanpakken om pijn te verminderen, uw bewegingsapparaat te verspoelen en ontspanning te bereiken. “Zachte heelmeesters maken stinkende wonden” is een gezegde. Het ontspannende resultaat telt.


Stevige massagetechnieken zijn bijvoorbeeld:

Meestal gaat een zachtere massagetechniek als effleurage vooraf aan een steviger massagetechniek. Een stevige massage wordt vaak afgerond ’met een ontspannende massagetechniek als verderlicht strijken.

Cupping

Cupping is een stevige massage die niet erg ontspannen is en zelfs pijnlijk kan zijn ©VINICIUS R TUPINAMBA Cupping is een zeer stevige massagetechniek. Door een stolpje op het lichaam te zetten en deze vacuüm te trekken wordt niet alleen de huid en het onderliggend bindweefsel opgetrokken, maar wordt ook meer bloed naar die plek gevoerd. Dit verbetert volgens behandelaars de genezing. Iets dat nog niet wetenschappelijk is bewezen.

Het vacuüm trekken gebeurt door de lucht in het stolpje te verhitten alvorens het op de huid te plaatsen. Er zijn ook hulpmiddelen als vaccuümpompen. Cupping laat in zijn stevigste variant tijdelijk flinke bloeduitstortingen achter en kan pijnlijk zijn.

Handdruk, massagetechniek: diepliggend weefsel

De masseur heeft een heel scale aan mogelijke massagetechnieken. Vaak is het fijn een massage te ondergaan. © Patrizia Tilly - Fotolia

Om bredere spierbundels en weefsels diep te masseren, kan de masseur handdruk toepassen. Bij deze massagetechniek gebruikt de masseur zijn handwortel,het gedeelte net onder de pols. Met opgetilde vingers oefent de masseur druk uit met de handwortel. Het eigen lichaamsgewicht kan de masseur inzetten om meer druk te geven. De masseur behandelt zo een hele spier. Ook kan de masseur met deze handpositie goed knijpen. En dit alles natuurlijk om ontspanning in spieren en dieperliggende weefsels tot stand te brengen.

Harken, massagetechniek voor spierweefsel flink aanpakken

De massagetechniek harken wordt hoofdzakelijk toegepast op lichaamsdelen met een dikke laag spierweefsel zoals de rug of bovenkant van dijbenen. Het idee is dat harken helpt bij het opheffen van spanning via de rug.

De massagetechniek harken gebeurt met gekromde vingers. De beweging gaat zowel van boven naar beneden als van links naar rechts. Tijdens het harken wordt op de gekromde vingertoppen meer of minder druk gezet.

Harken kan gecombineerd worden met trekken en andere grepen om dieper liggende spieren, bijvoorbeeld op de billen, los te maken. Strijken of cirkelende massage kan ook aan het harken vooraf gaan.


Knijpen, massagetechniek: spieren diep ook los

Bij de massagetechniek knijpen gebruikt de masseur beide handen.© VALUA VITALYHet losmaken van spanning diep in de spieren is het doel van de massagetechniek knijpen. De masseur past de massagetechniek knijpen veelal toe op schouders, rug, borst, maar ook op ledematen. Het knijpen is meestal de eerste greep die de masseur toepast na effleurage (zie zachte massagetechnieken). De masseur gebruikt beide handen bij de massagetechniek knijpen.

Zoals bij veel massagetechnieken wordt bij het kneden richting het hart gewerkt. Het aanpakken van een spier over zijn volle lengte, geeft meestal het beste resultaat.

Opentrekken, massagetechniek gespierde lichaamsdelen

Opentrekken is een massagetechniek die op grotere gespierde lichaamsdelen wordt toegepast. De handen om een spier heen geven een ontspanningseffect. Opentrekken is een zijwaartse beweging. Hierbij wordt desbetreffend lichaamsdeel wel van boven naar beneden gemasseerd. Opentrekken wisselt de masseur soms af met wringen.

Petrissage, massagetechniek: onderhuids bindweefsel

Met petrissage pakt de masseur spierweefsel of onderhuids bindweefsel aan om dit los te maken. Dit doet de masseur met ritmisch ‘knijpen’ en’ kneden’. Bij het knijpen gebruikt de masseur duimen en vingertoppen om dunne of platte spieren te bewerken. Het kneden doet de masseur met de hele hand, vingers aaneengesloten en met gestrekte duimen.

Rekken, massagetechniek: soepelheid bevorderen

Net als na sporten is rekken lekker en goed voor spieren en gewrichten om deze soepel te houden. Wanneer het lichaam ontspannen is door de massage gaat rekken en strekken makkelijker. De masseur kan hiermee soepelheid van gewrichten bevorderen en spierspanning verder verminderen door spieren te verlengen. Rekken geeft bovendien een gevoel van ruimte. Hoewel in de Japanse massagevorm shiatsu het rekken wel erg ver lijkt te gaan onder het gewicht van de masseur, volgt ontspanning na afloop van de massage.

Tapotement, massagetechniek: haktechnieken

Tapotement (hakslag) kan met de vlakke hand, de zijkant of zelfs met vuisten worden uitgevoerd. Tapotement bevordert de doorbloeding en de afvoer van afvalstoffen.Tapotement is een massagetechniek met licht timmerende, hakkende of slaande bewegingen. Deze zogenoemde kloptechnieken past een masseur toe op lichaamsdelen met veel spierweefsels zoals rug, billen en dijen. Met een serie snelle ritmische slagen, met beide handen afgewisseld, raakt de masseur de huid zeer kort aan.

Net zoals de meeste massagetechnieken is ook tapotement gericht op het bevorderen van de doorbloeding en afvoer van afvalstoffen uit het lichaam.
Tapotement (hakslag) kan met de vlakke hand, de zijkant of zelfs met vuisten worden uitgevoerd. Tapotement met de kloptechnieken is niet echt een massage om bij weg te doezelen. De ontspanning volgt meestal na afloop.

Trekken, massagetechniek: ’tilt’ huid op

Trekken is een massagetechniek waarmee meerdere spiergroepen worden losgemaakt. Deze worden naar de zijkant van het lichaam toe bewerkt. De masseur beweegt zijn handen vaak kruislings omhoog langs het lichaam. Met holle handen, werkt de masseur naar boven toe, tegen de zwaartekracht in. Uw huid lijkt opgetild te worden. Trekken als massagetechniek gebruikt de masseur pas nadat de spieren al zijn opgewarmd door bijvoorbeeld petrissage.

Wringen, massagetechniek spierweefsel

Wringen is ook een stevige massagetechniek. Op vlezig gedeelte van het lichaam met genoeg spierweefsel past de masseur deze massagetechniek toe. Wringen volgt vaak op de petrissage. Spieren zijn dus al los. De masseur maakt vloeiende, draaiende bewegingen en trekt en duwt met beide handen in tegengestelde richting. Stevige bovenbenen laten zich zo makkelijker masseren dan armspieren.